Korte historie Flora’s Hof
Flora’s Hof is gelegen aan de voet van de Domtoren, op een gedeelte van de grond waar tot 1803 het uit de Middeleeuwen stammende Bisschoppelijk paleis heeft gestaan. Nadat de openlijke uitoefening van de rooms-katholieke eredienst in Utrecht in 1580 verboden was, heeft het Bisschoppelijke paleis diverse bestemmingen gehad. De gebouwen bleken uiteindelijk in een zo desolate toestand te verkeren, dat men in 1803 tot sloop is overgegaan. Aldus ontstond er in het centrum van Utrecht een braakliggend terrein.
In mei 1803 koopt Hendrik van Lunteren (1780 – 1848) het terrein met twee huizen gelegen aan de Servetstraat 1, 3 en 5 met als doel hier een kwekerij te beginnen. Op de kwekerij werden een paar kassen, een oranjerie en een pomp geplaatst. Een genereus legaat van Hendrik Swellengrebbel jr., de eigenaar van de buitenplaats Schoonoord in Doorn, stelde Van Lunteren in staat om een eigen bedrijf te beginnen. Naast tweeduizend gulden erfde de drieëntwintigjarige Hendrik ook planten en stekken.
Pas in 1806 gaat Van Lunteren daadwerkelijk aan de Servetstraat wonen. Op 26 maart van dat jaar werd door koning Lodewijk Napoleon een octrooi tot boomkweker en bloemist verleend. De kwekerij werd ingeschreven onder de naam Flora’s Hof. Op 25 oktober 1808 wordt de kwekerij het predicaat ‘Koninklijk’ verleend.
De kwekerij voerde een breed assortiment van vaste planten en heesters, kas- en oranjeriegewassen tot (fruit)bomen en heesters toe. Na Hendrik zouden nog twee generaties Van Lunteren de kwekerij in hun bezit houden. De Van Lunterens zouden zich gaan ontwikkelen tot tuin- en landschapsarchitecten en hebben diverse buitenplaatsen ontworpen. In 1911 werd de kwekerij verkocht aan Th. J. van Gendt die hier tot 1934 met zijn activiteiten doorging.
Omdat bebouwing in de praktijk lucratiever bleek dan een kwekerij , werden er steeds meer huizen aan de randen van het oorspronkelijk terrein neergezet waardoor de huidige Flora’s Hof nog maar een fractie beslaat van de omvang van 1803.
Nadat Van Gendt met zijn bedrijf gestopt was, werd er op het terrein een steenhouwersloods neergezet ten behoeve van de restauratie van de Domtoren. Daarna werd het terrein semi-openbaar toegankelijk via de monumentale poort uit 1634 aan de Servetstraat. Toen de steensoort die architect P. J. H. Cuijpers bij de restauratie van de wimbergen van de Dompandhof op het eind van 19e eeuw gebruikt had, ondeugdelijk bleek te zijn, werden diens kopieën met scènes uit het leven van Sint Maarten gedeeltelijk in muren van Flora’s Hof ingemetseld. Later kregen ter aankleding van de ommuurde tuin ook bouwfragmenten, vrijgekomen bij de grote restauratie van de Domkerk (jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw), hier een plaats.
In 2007 heeft een aantal particulieren het initiatief tot herinrichting van Flora’s Hof genomen. Daartoe is de Stichting Vrienden van Flora’s Hof opgericht. Het uitgevoerde ontwerp van Groenpartners uit Vreeland is geïnspireerd op de 19e eeuw. In de ommuurde tuin zijn naast diverse leipeerrassen ook kruisbessen en klimrozen te zien. Vanaf maart tot eind april zijn er bijzondere bolgewassen te bewonderen. De kuipen refereren aan het vroegere gebruik door de Van Lunterens van het pand Servetstraat 5 als oranjerie.